De export van China is in april gestegen, terwijl economen juist een daling van de uitvoer van de op één na grootste economie van de wereld hadden verwacht.

Dat blijkt uit cijfers die donderdag door de Chinese overheid werden gepubliceerd.

De Chinese export ging met 0,9 procent omhoog in vergelijking met een jaar eerder. Economen hadden in doorsnee voorspeld dat de export met drie procent zou afnemen.

De import van China nam vorige maand met 0,8 procent toe. Het handelsoverschot bedroeg in april per saldo bijna 18,5 miljard dollar, omgerekend ruim 13 miljard euro.

De opleving in april is een opsteker, vergeleken met het eerste kwartaal van dit jaar. Toen daalde de export van China met 3,4 procent, tegen een groei van de import met 1,6 procent. Per saldo was nog wel sprake van een handelsoverschot van 16,7 miljard dollar, maar dat is bijna 60 procent lager dan in het eerste kwartaal van 2013.

Exportcijfers China

Toch toonden analisten zich donderdag niet erg enthouasiast over de opleving van de export in april. Op de eerste plaats zegt een maandcijfer nog niet zoveel over een duurzame opleving van de uitvoer. Maar belangrijker voor economen is dat ze op zoek zijn naar indicaties dat de Chinese economie een omslag maakt van export-gedreven groei, naar groei die sterker is gebaseerd op de binnenlandse consumptie.

"Het duurt een tijdje voordat China echt gedreven wordt door binnenlandse groei, en in die tussenliggende periode geven handel en export wat speling", stelde econoom Luza Silipo van de bank Nataxis donderdag tegenover CNBC. "De belangrijkste informatie die handelscijfers geven is hoe snel de transitie verloopt."

Omslag Chinese economie

China teert al jaren op een systeem waarbij exportgroei, mogelijk gemaakt door lage lonen, is gecombineerd met forse binnenlandse investeringen. Het door de overheid gecontroleerde bankensysteem voorziet aan de overheid gelieerde bedrijven van goedkope kredieten, waarmee de reusachtige expansie van de bouw en infrastructuur wordt gevoed.

Dit alles leverde krachtige groeicijfers op, maar twee groepen zijn daarbij het kind van de rekening geworden: Chinese consumenten en kleine en middelgrote bedrijven uit de private sector.

Chinezen met lage en middeninkomens zetten relatief veel geld opzij als spaarbuffer. Dat doen ze vanwege het ontbreken van goede sociale voorzieningen. Dit alles zorgt voor een relatief achterblijvende binnenlandse consumptie.

Kleinere private Chinese bedrijven worden in hun groei ook geremd door beperkte toegang tot de officiële bancaire kredietverlening. Zij zijn sterk afhankelijk van informele kanalen zoals financiering via familie en vrienden.

De centrale overheid in Beijing probeert de economie een omslag te laten maken, naar een sterker op binnenlandse consumptie gedreven groei, maar heeft daarbij ook te maken met gevestigde belangen bij staatsbedrijven en grote (staats)banken.

Bron: Z24/ANP

Lees ook

Wie is Jack Ma, de baas van de Chinese internetreus Alibaba?

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl